"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Minister van Arbeidsverhoudingen nodig

Wat we nodig hebben is een Minister van Arbeidsverhoudingen

De statistici van het CBS zijn de blijde boodschappers van het afgelopen jaar. De werkloosheid duikelde in november voor het eerst in jaren onder de half miljoen en de daling zette zich in december onverdroten voort, werd deze week bekend. De export gedijt bij de groeiende honger naar energie en producenten en consumenten blaken van vertrouwen. Maar onder dit oppervlak van optimisme sluimert een jobstijding.

Het kabinet-Rutte is er niet in geslaagd de arbeidsmarkt te moderniseren. Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher heeft het geprobeerd – in een richting die ik haaks op de onze zou willen noemen – maar zijn veldtocht tegen de flexibilisering op de arbeidsmarkt is voor het moment toch vooral vastgelopen in goede bedoelingen. Het staketsel van arbeidsverhoudingen wordt nog altijd overeind gehouden met lijm uit 1907.

De les van de donquichotterie van de afgelopen vier jaar leert dat we toe zijn aan betere verhoudingen, in de politiek en op de arbeidsmarkt. De Wet werk en zekerheid is niet uit de verf gekomen, terwijl de Wet DBA, een belangrijk stuk arbeidsmarktwetgeving, althans voor dit jaar in de ijskast is gezet. Hoog tijd daarom de windmolens de rug toe te keren en ons te richten op de echte reus, modernisering van de arbeidsmarkt.

Ondertussen verandert de wereld en wordt de onzekerheid in de polder vanuit Haagse torens aangewakkerd. De goede ideeën moeten vanuit de markt komen. Denk aan de pilot van de Intelligence Group en de NBBU die begin dit jaar van start ging om uitzendkrachten makkelijker aan een hypotheek te helpen, niet door een vast arbeidscontract als parameter te wegen, maar hun perspectief op de arbeidsmarkt. Een ander voorbeeld is het plan van de AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland om veel meer te investeren in opleidingen en het arbeidsmarktperspectief van werkenden. Beide voorbeelden komen werkgevers én werkenden ten goede.

Op Sociale Zaken is een continue zoektocht gaande naar lapmiddelen op basis van huidige, gedateerde regelgeving. Daarbij wordt te veel uit het oog verloren dat je bereidheid moet vinden en creëren bij partijen om samen tot nieuwe uitgangspunten te komen. Dus niet langer een minister van Sociale Zaken die vooral poogt verworvenheden in stand te houden, maar een bewindspersoon die zich concentreert op problematiek die opgelost wordt in lijn met de veranderingen van deze tijd.

De NBBU pleit voor een minister van Arbeidsverhoudingen. Daar zit het belangrijkste pijnpunt, in de kloof tussen werknemers en zzp’ers en die tussen vaste medewerkers en flexwerkers. Die verhoudingen moeten beter. Niet langer meer ploeteren om te achterhalen of er sprake is van een gezagsverhouding of niet, maar duidelijkheid over de status van álle werkenden in welke hoedanigheid dan ook. Flex moet van zijn negatieve connotaties worden verlost. Hoe je het went of keert, flexwerk is in al zijn verschijningsvormen de wonderolie die de arbeidsmarkt van nieuwe impulsen voorziet – voor bedrijven, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die weer willen deelnemen aan het arbeidsproces. Daarnaast mogen we de waarde van vaste dienstverbanden niet uit het oog verliezen. Veel werkenden gedijen nu eenmaal beter in de ene vorm, veel anderen in de andere.

Zoals ik al zei, alles wat te maken heeft met de moderne arbeidsmarkt en haar problematiek zou onder een ministerie van Arbeidsverhoudingen moeten vallen. Een departement dat zich niet richt op tegenhouden en een terugkeer naar oude waarden, maar vernieuwing en verbinding omarmt en de dialoog wil aangaan. Een ministerie dat met opgestroopte mouwen problemen op een moderne manier onder handen neemt, met oog voor de voordelen voor vast, flex en de zelfstandige.

Alles maar afmeten aan de werknemer is zo 1907. Het is 2017, mensen. Hoog tijd dat de politiek dat ook beseft.

Marco Bastian, directeur NBBU

Marco Bastian is NBBU-directeur. Hij is direct betrokken bij de beleidsvorming in de flexbranche.