"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Hoge Raad: bonus maakt deel uit van loon

Een bonus maakt deel uit van het loon, oordeelt de Hoge Raad in een zaak over gelijke beloning. Dat is een forse uitbreiding van het loonbegrip, zegt arbeidsrechtadvocaat Maarten Tanja.

In een baanbrekende uitspraak heeft de Hoge Raad bepaald dat uitzendkrachten recht hebben op dezelfde bonussen als werknemers die rechtstreeks in dienst zijn bij de inlenende onderneming. Dat heeft de Hoge Raad bepaald in een zaak tussen een uitzendkracht en het uitzendbureau Dosign. Deze uitspraak kan stevige gevolgen hebben voor de uitzendsector en de manier waarop beloningen aan uitzendkrachten worden toegekend.

De kern van de zaak

De zaak draait om een uitzendkracht die als junior process engineer via Dosign werkte bij AkzoNobel. De uitzendkracht maakte aanspraak op diverse beloningscomponenten, waaronder bonussen zoals de resultaatsafhankelijke bonus (RAB), de PDD-prestatievergoeding en de Akzo-bonus.

De werknemer stelde dat hij recht had op deze beloningen, omdat werknemers in een gelijkwaardige functie bij Akzo deze ook kregen. De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) schrijft voor dat de uitzendkracht recht heeft op gelijk loon. Ofwel: een uitzendkracht heeft recht op hetzelfde loon als werknemers van de inlener wanneer zij vergelijkbaar werk doen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat met ‘loon’ wordt bedoeld het schaalloon.

Procesverloop

De werknemer vond dat ook de bonus onder het loonbegrip valt. De kantonrechter gaf de uitzendkracht aanvankelijk grotendeels gelijk, maar het Gerechtshof Den Haag vernietigde dit vonnis gedeeltelijk. Het hof oordeelde dat uit de wetsgeschiedenis van de Waadi volgt dat bonussen niet onder de definitie van ‘loon’ in de Waadi vallen.

De werknemer ging daarop in cassatie bij de Hoge Raad, omdat volgens hem het hof begrip ‘loon’ te beperkt uitlegde.

Hoge Raad: bonus wel loon

De Hoge Raad vindt dat het hof het begrip ‘loon’ inderdaad te eng heeft geïnterpreteerd. Volgens de Hoge Raad en Europese wetgeving, met name de Uitzendrichtlijn (Richtlijn 2008/104/EG), moet het begrip ‘loon’ ruim worden opgevat. Dit omvat alle voordelen in geld of natura die door de werkgever aan de werknemer worden toegekend, ook bonussen.

De Hoge Raad verwijst hierbij naar een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU), die bevestigt dat loon meer is dan alleen de basisbeloning.

Het uitzendbureau moet daarom nog € 6.682,74 plus de wettelijke verhoging van 30% aan de voormalige uitzendkracht betalen. Die is overigens momenteel in dienst bij hetzelfde AKZO.

Gevolgen voor de uitzendsector

“Deze uitspraak van de Hoge Raad is van groot belang voor de uitzend- en detacheringsector”, zegt arbeidsrechtadvocaat Maarten Tanja van Köster Advocaten. Ook bonussen en een prestatievergoeding moeten wel degelijk als loon worden opgevat. In de rechtspraak werd daar tot nu wisselend over gedacht. “De Hoge Raad is nu afgeweken van het engere loonbegrip zoals dat in Nederland in gebruik is en legt loon uit naar Europese maatstaven. Dat betekent een forse uitbreiding van het loonbegrip.”

Inlenersbeloning uitzend-cao

Een substantieel deel van de detacheerders en uitzenders is niet gebonden aan de uitzend-cao of een eigen cao. Voor hen heeft deze uitspraak forse consequenties, zegt Maarten Tanja.

Voor bedrijven die wel de uitzend-cao toepassen, heeft de uitspraak van de Hoge Raad geen invloed, legt Tanja uit. Zij wijken bij cao af van de Waadi en betalen volgens de ‘inlenersbeloning’, die de cao-partners hebben afgesproken. Een bonus valt daarbij in sommige gevallen onder de inlenersbeloning, namelijk als het een eenmalige uitkering betreft. “Maar dat staat los van de discussie wat je onder de gelijke behandelingsnorm van de Waadi verstaat”, aldus Tanja.

Lees ook:

Redactie van Flexnieuws - interviews, artikelen, aankondigingen en persberichten.