Wim Davidse 4 september 2024 0 reacties Print Omzet flexbranche met 2,4 procent gegroeid in het tweede kwartaal, en dat is heel bijzonderOver het tweede kwartaal van 2024 rapporteerde het CBS een lichte omzetgroei van de flexbranche. Ten opzichte van de rest van de zakelijke dienstverlening lijkt dat weinig, maar toch is het veel. En het is nog wat gekker.Alleen de reclamesector kende met +2,1% een kleinere omzetgroei, maar het gemiddelde was +6,2%, met als uitblinkers de IT-dienstverlening met +8,0% en zelfs uitschieters met meer dan +10% omzetgroei in het tweede kwartaal: marktonderzoek, beveiliging en schoonmaak. Daarbij kan de +2,4% omzetgroei van de flexbranche (met de statistische code van de standaard bedrijfsindeling SBI 78) niet in de schaduw staan. En toch is omzetgroei in deze fase van de economische conjunctuur ongekend – nooit eerder vertoond. Kijk maar naar de grafiek, met daarin ruim 25 jaar geschiedenis. In de 4 eerdere perioden van laagconjunctuur in deze 21e eeuw (1 periode van stagnatie, 3 keer een recessie) was er telkens sprake van sterke omzetkrimp in de flexbranche, en die duurde langer dan 1 jaar, tot zelfs langer dan 2 jaar aan het begin van deze eeuw. De verklaring is eenvoudig: vanwege de laagconjunctuur werden er aanzienlijk minder flexuren ingehuurd én werden de uurtariefstijgingen van de kwartalen voor de laagconjunctuur onder druk van de krimpende vraag zo snel mogelijk gestopt. Daardoor daalde de omzet bijna net zo hard als het aantal uren. Die uurtariefstijgingen werden veroorzaakt door c.q. mogelijk gemaakt door de krapte op de arbeidsmarkt (werkloosheid lager dan 5%). Die krapte is sinds medio 2018 eigenlijk niet meer weggeweest (behalve even tijdens de corona-zomer van 2020). De gemiddelde uurtarieven stegen de afgelopen jaar dus ondanks de afkoelende economie “gewoon” door; de arbeidsmarkt bleef historisch krap. Kort samengevat: eigenlijk hadden we al een paar kwartalen met omzetkrimp van de flexbranche als geheel “moeten” zien. De (structureel) krappe arbeidsmarkt echter heeft de spelregels veranderd. Tegelijkertijd wordt de flexbranche natuurlijk net als iedere andere sector geconfronteerd met stevige stijgingen aan de kostenkant. Per saldo bleef volgens de CBS-data -4,0% minder bruto toegevoegde waarde (grofweg: brutomarge) over dan een jaar eerder. De bruto toegevoegde waarde krimpt al sinds het 1e kwartaal van 2023, dus gemiddeld genomen dekken de stijgingen van de gemiddelde uurtarieven de kostenstijgingen al anderhalf jaar onvoldoende. Wij groeiden veel harder! Terug naar de omzetontwikkeling van de flexbranche. Ook in vergelijking met alle andere flexomzet-gegevens die de afgelopen weken bekend zijn geworden, is de +2,4% een onverwacht sterk groeipercentage. Kijk maar: geen enkele flexbranchevereniging of beursgenoteerde staffing company kwam boven de +2% – sterker nog: op één na (Brunel), was overal krimp tot heel sterke krimp te zien. (De 4 getoonde staffing companies zitten met hun omzetcijfers grotendeels of volledig in de getoonde flexbrancheverenigingen.) Wat is er aan de hand? Eerst een kanttekening: de -5,9% van de Vereniging van Detacheerders Nederland is waarschijnlijk wat vertekend, omdat daarin de zzp-omzet niet zit. Die zou best nog eens kunnen zijn gegroeid in het 2e kwartaal, dus is de krimp van de totale omzet van de aangesloten detacheringsbureaus waarschijnlijk kleiner dan de gerapporteerde -5,9% – maar toch: krimp. De conclusie moet zijn: de groei zit elders. In andere segmenten van andere typen flexbureaus, met andere doelgroepen, en/of kleinere omvangen. Zoals we recentelijk zagen in onze analyses rond de FlexNieuws TOP 100. Veel flexbureaus en lezers zullen nu dus al een paar minuten denken: maar +2,4% omzetgroei? Wij deden veel meer in het 2e tweede kwartaal! Wij gingen veel harder! Verwachtingen Op korte termijn zit er geen extra groei in het vat. Sterke indicatoren als de inkoopmanagersindex staan, na een mooi voorjaar, inmiddels een paar maanden onder druk. De industrie in Europa voelt de beet van hoge rente, nog steeds relatief hoge energiekosten, een tegenvallende Chinese economie (dus relatief weinig vraag) en agressieve Chinese producenten van onder andere elektrische auto’s en staal (dus relatief veel concurrentie en prijsdruk). De ABU-cijfers van na het 2e kwartaal wijzen nog niet op herstel. Er staat geen enorme krimp op ons te wachten, maar sterkere groei met lagere kosten dus betere marges zijn evenmin in beeld. Zoals we in ook al ons TOP 100-artikel concludeerden: specialiseren is noodzakelijk, en toch niet genoeg. Het gaat uiteindelijk om een paradoxale, magische mix van ondernemerschap en professionaliteit. dienstverlening, flexbranche Print Over de auteur Over Wim Davidse Wim Davidse is director Trends & Insights bij ZiPmedia en toekomstverteller en strategisch prestatie-adviseur. Bekijk alle berichten van Wim Davidse