"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Toekomst check voor uitzenders

De Tilburgse hoogleraar en arbeidsmarktspecialist Ton Wilthagen heeft in samenwerking met de NBBU een ‘toekomstassessment’ voor uitzenders opgesteld.

Is er op de arbeidsmarkt van morgen nog plaats voor uitzendbureaus en andere intermediairs? En zo ja: aan welke voorwaarden moeten die voldoen om nog van waarde te zijn? Er zijn bedreigingen, maar er lonken ook nieuwe perspectieven, houdt Wilthagen deze ondernemers voor. Hier leest u in kort bestek zijn assessment. Bij een onvoldoende zakt u als uitzender niet meteen door het ijs, maar beschikt u over verbeterpunten. Scoort u hoog, dan heeft u een business case voor de toekomst!

Profiteer van de digitalisering
“U blijft overeind als intermediair als u in staat bent op een creatieve, productieve manier om te gaan met digitalisering,” aldus Wilthagen. Hij benadrukt dat de branche daar niet te lang mee moet wachten, want de ontwikkelingen gaan snel. “U moet er eigenlijk nu al klaar voor zijn”. Dat gaat verder dan het automatiseren van de backoffice en digitale matching.Samenwerking tussen mensen en robots wint volgens Wilthagen snel terrein. Geen toekomstmuziek, maar al realiteit, zoals hij zich realiseerde toen hij moest spreken bij een organisatie van callcenters. Zij werken nu al met virtuele medewerkers (chatbots). Alleen complexe vragen worden doorgespeeld naar mensen van vlees en bloed.Waar zit bij u de meerwaarde in menselijk contact? “Als u dat niet kunt bedenken, kunt u het bij wijze van spreken overlaten aan de robots”, aldus Wilthagen. Wie wel een antwoord heeft, krijgt van hem een punt.

Niet alleen laaggeschoolde arbeid of werk van lager of middelbaar opgeleiden verdwijnt
Als u denkt van wel, schat u de gevolgen van robotisering en automatisering onvoldoende in. “Alles wat routinematig is, kan worden geautomatiseerd”, zegt Wilthagen. Dienstverlening van notarissen moet er bijvoorbeeld voor een deel aan geloven. Ook wordt er al geëxperimenteerd met geautomatiseerde sportverslaggeving. “Dat blijkt makkelijk voor een robot of voor software, omdat er bijna altijd hetzelfde commentaar volgt op dezelfde situaties.” De mens verslaat de machine vooralsnog in beroepen waar creativiteit en sociale interactie centraal staan. Simpelweg omdat een robot of computerprogramma niet beschikt over dezelfde emotionele intelligentie. Maar nu kunstmatige intelligentie en ‘machine learning’ hun intrede doen, kan ook dat veranderen. Schakels dreigen te worden overgeslagen. Denk aan reisbureaus. Een deel van de huidige uitzendbranche wacht onvermijdelijk eenzelfde lot. “In uw bedrijfsvoering moet u dat onderkennen”, zegt Wilthagen.

Wilthagen verwijst naar een studie van Oxford University en Deloitte, die verdwijnende, maar ook nieuwe beroepen in kaart brengt. Intercedenten worden niet genoemd, maar lopen wel degelijk het gevaar te worden ‘geautomatiseerd’. Hij vergelijkt de branche opnieuw met callcenters. “De gewone klantcontactmedewerker had een automatiseringsrisico van 91 procent. Maar de manager, het hogere niveau slechts 2 procent. Dat laat zien dat je naar dat next level moet om overeind te blijven.”

Vind de mensen die nodig zijn op de arbeidsmarkt van morgen of leid ze desnoods op
Web developer, social media managers, Uber drivers, specialisten cloud computing, drone operators, big data analisten: dit zijn de beroepsbeoefenaars die nu al schaars zijn en waarvan er straks nog meer nodig zijn. Weet u die te vinden? Dan hebt u een punt te pakken.

De economie van nu is een netwerkeconomie
Bent u daar op aangesloten en kunt u daar uw weg in vinden? Bedrijven die alles deden, doen dat niet meer. Veel productie en dienstverlening wordt georganiseerd in waardeketens. “U kunt zeggen: als intermediair verknoop ik al die bedrijven. Maar is dat ook zo en hebt u daar de visie en de skills voor?” Als u denkt: ik zit lekker in die netwerkeconomie en begrijp hoe die werkt, slaagt u voor dit punt van het assessment.

Samenwerking in de regio
Veel initiatieven die bijdragen aan werkzekerheid komen niet uit Den Haag, maar ontstaan in de regio. Werkenden hebben veel verschillende rollen, zegt Wilthagen. Werknemer, ouder, mantelzorger. “Mensen staan op een kruispunt van sociale domeinen.” En dat in hun eigen regio. “Als wij niks doen met onze regio’s komen er geen bedrijven, trekken jongeren weg en loopt het slecht met ons af”. Samenwerking in de regio, de zogenoemde ‘triple helix’ van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid, zorgt voor vitale regio’s. Wat Wilthagen opvalt, is dat veel ondernemers niet aangesloten zijn op die netwerken. “Als je niet aan die tafels zit, sta je buitenspel.” Wie daar wel van de partij is, mag een punt optellen.

Netwerkeconomie
Arbeid wordt in de netwerkeconomie anders ingekocht dan gebruikelijk was.
“Vroeger kochten we arbeid in om mensen een baan te bieden”, aldus Wilthagen. “We zetten een advertentie in de krant en als we een geschikte kandidaat vonden, gaven we hem of haar een functie”. In de nieuwe economie verandert de aard van de vraag en wordt er niet zozeer ingekocht op functieniveau, maar op project-, taak- of zelfs handelingsniveau. Voor intermediairs brengt dat met zich mee dat zij hun inkoop daarop moeten afstemmen. Wie daarmee uit de voeten kan, verdient een punt.

Anders-werkenden komen de arbeidsmarkt op
Weet u op vraag en aanbod in te spelen? Denk daarbij niet uitsluitend aan zzp’ers. Anders-werkenden werken op basis van een werknemerscontract of een uitzendcontract. “Eigenlijk kun je ze niet eens meer anders-werkenden noemen”, zegt Wilthagen. “Bij de jongeren is 60 procent anders-werkend. Dat is niet meer atypisch, maar de nieuwe typisch-heid.” Denkt u met die anders-werkenden om te kunnen gaan of doet u dat al? Punt erbij.

De arbeidsmarkt moet inclusief zijn
De samenleving en, omwille de houdbaarheid van het systeem, de overheid voorop, eist dat. Wilthagen verwijst naar de vroegere WAO, vergaarbak voor mensen die minder productief waren of overbodig. ‘Afgekeurd zijn’ was geen stempel. Nu krijgt iedereen in meerdere of mindere mate het stempel ‘geschikt’ in plaats van ‘ongeschikt’. “Bent staat om mensen met een beperking te accommoderen?” Wie op die vraag een heldere visie heeft, krijgt een punt.

De inclusieve arbeidsmarkt omvat ook senioren
“Werken is voor veel mensen een marathon, waarbij de finish telkens wordt verplaatst.” De pensioenleeftijd is al verhoogd; niet ondenkbaar is dat hij naar 70 gaat. De noodzaak om langer door te werken is enorm groot. “Want wat is anders het traject? De WW gaat naar twee jaar. Het derde jaar zouden de sociale partners organiseren, maar dat lijkt niet goed van de grond te komen. Dus na twee jaar wacht de bijstand. Stel je bent 52 jaar. Dan moet je nog 15 jaar in de bijstand. Dat heeft een enorme impact op je inkomenspositie, op gezinnen.” Onacceptabel, volgens de hoogleraar. Uitzendbureaus die werk maken van ouderen, scoren bij hem een punt.

Voor nieuwkomers moet ook ruimte worden gemaakt
“Van de mensen die een lange en vreselijke reis hebben gemaakt, gaat een deel terug, maar een ander deel moet een nieuwe reis maken op de Nederlandse arbeidsmarkt”, zegt Wilthagen. Hun competenties moeten in beeld worden gebracht, hun diploma’s naar waarde geschat. Intermediairs die vluchtelingen weten te bemiddelen, verdienen een punt.

Nieuwe generaties hebben andere wensen.
Het effect dat dit heeft op de arbeidsmarkt wordt volgens Wilthagen overdreven. Hij benadrukt dat het generatie-effect niet hetzelfde is als leeftijdseffecten. “Soms willen mensen nu iets, maar als ze wat ouder zijn, willen ze hetzelfde als de vorige generatie; van discotheek naar hypotheek”. De voorkeuren van jongeren liggen wel anders. Bijvoorbeeld de mogelijkheid om tijd en werk naar eigen inzicht in te delen en de wens om naast werk veel andere dingen te doen. Wie daar voldoende op inspeelt, mag weer een punt bijschrijven.

Ook met minder geslaagde wet- en regelgeving zult u het moeten doen.
Cao’s zijn het resultaat van wat politiek acceptabel is. Klinkt cynisch, volgens Wilthagen, maar ze zijn niet gemaakt voor het beste resultaat. “Ze bevatten waar we het over eens kunnen worden”. De Wet DBA, de Participatiewet en de Wet werk en zekerheid zijn volgens hem suboptimale wetten, ‘met een ondertoon om zaken terug te brengen naar de oude situatie’. Intermediairs moeten er zelf wat op verzinnen, aldus Wilthagen. “In studies zien wij dat veel initiatieven komen van netwerken, van communities.” Wie met veranderende regelgeving uit de voeten kan, pakt het laatste punt van dit assessment.

Ton Wilthagen, in samenwerking met NBBU


*
 Je backoffice uitbesteden? Bezoek de website van HelloFlex People

Ton Wilthagen is hoogleraar institutioneel-juridische aspecten van de arbeidsmarkt in nationaal en internationaal perspectief.