"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Aanpassing Waadi voor payrolling in strijd met Uitzendrichtlijn?

| Waadi | Uitzendrichtlijn |


Wetsvoorstel aanpassing Waadi in verband met payrolling in strijd met de Uitzendrichtlijn?

In 2005 vond de Europese Raad dat de prioriteiten ‘groei’ en ‘werkgelegenheid’ weer centraal moesten komen staan. Zo zou gestreefd moeten worden naar bevordering van flexibiliteit in combinatie met arbeidszekerheid en vermindering van de segmentering van de arbeidsmarkt, met inachtneming van de rol van de sociale partners. Kort daarna werd in 2007 een akkoord bereikt over de gemeenschappelijke beginselen van flexzekerheid. Hiermee beoogde men een evenwicht te scheppen tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt. Werknemers en werkgevers zouden worden geholpen om de kansen te benutten die de mondialisering biedt. Nu bijna tien jaar later lijkt men echter dit gedachtegoed uit het oog te zijn verloren.

Onlangs is het wetsvoorstel tot wijziging van de Waadi ingediend (hierna te noemen “het wetvoorstel”). Het doel is payrollwerknemers zoveel als mogelijk gelijk te stellen met “reguliere” werknemers.

Payrolling krijgt met dit wetsvoorstel een wettelijke definitie in de Waadi, te weten:
“het op basis van een overeenkomst van opdracht als bedoeld in artikel 400 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, die niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, ter beschikking stellen van een arbeidskracht, om onder toezicht en leiding van de opdrachtgever arbeid te verrichten, waarbij de opdrachtnemer alleen met toestemming van de opdrachtgever bevoegd is de arbeidskracht aan een ander ter beschikking te stellen.”

Volgens dit wetsvoorstel blijft de payrollovereenkomst een uitzendovereenkomst, maar wordt het ontdaan van de voordelen die de uitzendwerkgever tegenover een gewone werkgever heeft. Zo kan er geen uitzendbeding van toepassing zijn en evenmin kan van de reguliere ketenregeling worden afgeweken, tenzij dit is voorzien in de cao van de opdrachtgever. Alleen in de eerste zes maanden van de arbeidsovereenkomst kan worden afgeweken van de loondoorbetalingsverplichting en ook alleen als dit gebruikelijk is in de functie waarin de payrollwerknemer werkzaam is bij de opdrachtgever of hierin is voorzien in de cao die van toepassing is op de opdrachtgever.

Ten slotte is relevant dat de payrollwerknemer ook recht heeft op ten minste een gelijkwaardige pensioenregeling als bij de opdrachtgever of in de branche te gelden heeft (ingeval er geen werknemers in dienst zijn bij de opdrachtgever) De centrale vraag is in hoeverre dit wetsvoorstel strookt met het Europees recht, in het bijzonder de Uitzendrichtlijn (Richtlijn 2008/104/EG).

Artikel 1 Uitzendrichtlijn begint met een aantal definities, te weten wat een werknemer, uitzendbureau en uitzendkracht zijn:
a) „werknemer”: iedere persoon die in de betrokken lidstaat krachtens de nationale arbeidswetgeving bescherming geniet als werknemer;
b) „uitzendbureau”: iedere natuurlijke of rechtspersoon die, overeenkomstig het nationale recht, een arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding aangaat met uitzendkrachten teneinde deze ter beschikking te stellen van inlenende ondernemingen om daar onder toezicht en leiding van deze ondernemingen tijdelijk te werken;
c) „uitzendkracht”: een werknemer met een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding met een uitzendbureau teneinde ter beschikking te worden gesteld van een inlenende onderneming om daar onder toezicht en leiding van laatstgenoemde onderneming tijdelijk te werken”

In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt ten aanzien van de Uitzendrichtlijn opgemerkt dat in artikel 8 van de Waadi de minimumbescherming voor uitzendkrachten geïmplementeerd is zoals deze is vastgelegd in de Uitzendrichtlijn. Volgens de indieners van het wetsvoorstel staat dat echter los van de implementatie als in het wetsvoorstel bedoeld. Daarnaast zou volgens de indieners de Uitzendrichtlijn onverlet laten om voor bepaalde werknemers bepalingen in te voeren die gunstiger zijn voor deze betrokken werknemers. Deze uitleg lijkt te kort door de bocht.

Zoals hiervoor aangehaald kent de Uitzendrichtlijn specifieke definities van de “reguliere” werknemer en de uitzendkracht. Het ingediende wetsvoorstel kent geen definitie van een payrollwerknemer. Dit betekent dat conform de uitleg van de Uitzendrichtlijn, de payrollwerknemer eveneens een werknemer is met een arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding die ter beschikking wordt gesteld van een inlenende onderneming om daar onder toezicht en leiding van laatstgenoemde onderneming tijdelijk te werken. Ik zie het verschil tussen een payrollwerknemer en een uitzendkracht in dat opzicht niet. Bovendien heeft de Uitzendrichtlijn ten doel de uitzendkrachten te beschermen en die bescherming te garanderen. Indien echter een verschil wordt gemaakt tussen een uitzendkracht en een payrollwerknemer die allebei voldoen aan de definitie van het begrip uitzendkracht in de zin van de Uitzendrichtlijn, wordt de uitzendkracht naar mijn mening niet beschermd zoals men ten doel heeft gehad. Immers, er zal een verschil op arbeidsvoorwaarden ontstaan tussen een uitzendkracht en een payrollwerknemer, terwijl ze allebei onder het bereik van de Uitzendrichtlijn vallen. Dit zou dan een ongelijke behandeling van gelijke gevallen tot gevolg hebben.

Het is begrijpelijk dat met het wetsvoorstel ten positieve wordt afgeweken ten behoeve van de payrollwerknemer. De vraag is echter of dat wel kan gezien de definitie van een uitzendkracht in de Uitzendrichtlijn. Door het wetsvoorstel zou een uitzendkracht ten opzichte van de payrollwerknemer op arbeidsvoorwaarden gediscrimineerd worden, omdat zijn collega die hetzelfde werk doet gunstiger rechten heeft.

In de aanloop naar Kerstmis, waar warmte, saamhorigheid en verbondenheid centraal staan, is het de vraag of dit wetsvoorstel aan die gedachte tegemoet komt. Mijn advies is om het doel van de Europese Raad om groei en werkgelegenheid te stimuleren niet uit het oog te verliezen.

Hendarin Feyli, Van Riel & Feyli Advocaten

Bijlagen
Voorstel van wet voor wijziging Waadi
Memorie van toelichting
Uitzendrichtlijn

Hendarin Mouselli is advocaat arbeidsrecht en medeoprichter van VRF Advocaten.