"Voor futureproof ondernemen in flex"
SLUIT MENU

Ontslag op staande voet wegens een strafbaar feit

Ontslag op staande voet wegens een strafbaar feit
Een ontslag op staande voet is de meest verstrekkende (straf)maatregel, die een werkgever kan treffen. Een ontslag op staande voet behelst een opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden, als gevolg waarvan de arbeidsovereenkomst per direct wordt beëindigd. De op staande voet ontslagen werknemer verliest dientengevolge acuut diens werk en inkomen, terwijl in beginsel geen recht zal bestaan op een WW-uitkering. Aangezien de nadelige gevolgen (doorgaans) groot zullen zijn voor de werknemer, worden strenge voorwaarden gesteld aan een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Zo blijkt uit de rechtspraak, dat voornoemde dringende reden niet snel wordt aangenomen. Dit geldt te meer, wanneer de werkgever een strafbaar feit als dringende reden voor het ontslag heeft aangevoerd. Het wordt betoogd, dat de werkgever in dat geval in een procedure alle bestanddelen van de wettelijke delictsomschrijving dient te bewijzen, teneinde het ontslag op staande voet in stand te kunnen houden. Dit legt een zwaar(dere)bewijslast op de schouders van de werkgever. Uit het arrest van de Hoge Raad van 19 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:290) kan worden afgeleid, dat dit standpunt aan relativering onderhevig is.

Casus
Samengevat heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen, wegens diefstal van bedrijfseigendommen. Het ontslag, alsmede de dringende reden zijn de werknemer middels een ontslagbrief bevestigd. Volgens de werkgever ziet de diefstal op het gebruik van de zakelijke tankpas door de werknemer om een aantal tankbeurten van diens privéauto te betalen. Ofwel, de werknemer heeft de werkgever laten betalen voor in privé gemaakte kosten zonder deze kosten op enig moment terug te betalen aan de werkgever.

Nadat de kantonrechter het ontslag op staande voet niet in stand heeft gehouden, heeft het Hof in hoger beroep wel geoordeeld, dat de werknemer terecht op staande voet is ontslagen. In cassatie stelt de werknemer zich – onder meer – op het standpunt, dat de werkgever dient te bewijzen dat aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving van diefstal – zoals neergelegd in artikel 310 Sr – is voldaan om van een rechtsgeldig ontslag op staande voet te kunnen spreken. Het Hof zou ten onrechte niet hebben beoordeeld of de werkgever zulks heeft aangetoond.

Duidelijkheid omtrent dringende reden voor ontslag
Onder verwijzing naar voorgaande arresten overweegt de Hoge Raad, dat de werkgever onverwijld de dringende reden voor het ontslag dient mede te delen aan de werknemer. Zodoende moet het de werknemer onmiddellijk duidelijk zijn waarom de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd. In uitzonderlijke gevallen zal het mededelen van de dringende reden achterwege kunnen blijven, namelijk wanneer het reeds duidelijk moet zijn voor de werknemer waarom hij op staande voet wordt ontslagen, althans dat in redelijkheid hieromtrent geen twijfel kan bestaan. Hiervan uitgaande, overweegt de Hoge Raad dat niet altijd (!) doorslaggevende betekenis kan worden gegeven aan de dringende reden, die staat vermeld in de ontslagbrief. Onverminderd hetgeen in de ontslagbrief staat vermeld, zal het afhangen van de omstandigheden van het geval of het de werknemer al dan niet reeds duidelijk is welke reden ten grondslag ligt aan het ontslag op staande voet. Dit heeft ook te gelden wanneer (slechts) strafrechtelijke begrippen in de ontslagbrief staan vermeld.
In het onderhavige geval zou het voor de werknemer duidelijk moeten zijn geweest dat de door de werkgever gehanteerd term diefstal zag op het onrechtmatige gebruik van de zakelijke tankpas. De Hoge Raad houdt het ontslag op staande voet vervolgens in stand.

Conclusie
Een ontslag op staande voet is aan strenge voorwaarden onderhevig, waaronder begrepen het onverwijld mededelen van de dringende reden voor ontslag. Het komt raadzaam voor ervan uit te gaan, dat het de werknemer doorgaans niet reeds duidelijk is welke reden ten grondslag ligt aan het ontslag. Onverminderd bovenstaande arrest van de Hoge Raad, zal de werkgever er rekening mee moeten houden, dat op hem een vergaande bewijslast kan rusten wanneer strafrechtelijke bepalingen ten grondslag van het ontslag worden gelegd. De werkgever zal daarom de reden of redenen voor het ontslag op staande voet zorgvuldig, nauwkeurig en bij voorkeur zo feitelijk mogelijk dienen te vermelden.

Deze bijdrage is geschreven door mr. Remmelt Suir.

Voor meer informatie over de uitspraak of over Van Diepen van der Kroef Advocaten: stuur een email naar mw. mr. Babs Dubois – Van Kleef Van Diepen Van der Kroef Haarlem, tel. 023 542 42 92.

Hinke Wever is een creatieve verbinder van werk- en levensterreinen. Ze was als redacteur vanaf de start betrokken bij FlexNieuws.